Woensdag 19 april 2023

Het schriftelijk advies van de vakbond METISP-Protect Spoorwegarbeiders  over de ontwerpresolutie voor een meer gerichte aanpak van geweld en pesterijen op het spoor en in de spoorweginfrastructuur

Om dit effect te illustreren is niets sprekender dan een voorbeeld. Wanneer een medewerker van Securail iemand aanhoudt of om zijn identiteitskaart moet vragen, werkt een grote meerderheid van de aangehouden personen niet mee, omdat dit niet hun voorrecht is. Dit leidt vaak tot spanningen die uitmonden in fysieke agressie.

 

De veiligheidsagenten vinden dat deze badge een echte handicap is in hun dagelijks werk, waardoor zij hun taken niet kunnen uitvoeren en dagelijks worden blootgesteld aan gevaar dat gemakkelijk kan worden vermeden.

 

Ten slotte moet ook de kwestie van de vaardigheden van de veiligheidsbeambten worden aangepakt. Zij kunnen bijvoorbeeld de bagage niet volledig doorzoeken wanneer zij iemand aanhouden. Evenzo moet een Securail-functionaris, zelfs in het geval van een diefstal op heterdaad, de identiteit van 5 getuigen verzamelen om de dader van de diefstal op heterdaad te kunnen aanhouden.

 

Hun bevoegdheden moeten dus ongetwijfeld worden uitgebreid.

 

Een herziening van het statuut is dus onvermijdelijk om een dienst te ontwikkelen waarvan het statuut door de evolutie van de samenleving achterhaald is.

 

Deze herziening is dringend noodzakelijk gezien de aanzienlijke daling van de motivatie die deze ontoereikendheid met zich meebrengt.

 

Voor het overige kunnen de eisen weliswaar een reële positieve en belangrijke vooruitgang op dit gebied betekenen, maar blijven zij in onze ogen te theoretisch om concreet tegemoet te komen aan de groeiende behoefte aan veiligheid en legitimiteit die door de agenten op het terrein wordt gevoeld.

 

Zolang het statuut en de opdrachten van de agenten niet worden verduidelijkt, zullen de eerste vier eisen van het voorstel moeilijk in de praktijk kunnen worden omgezet.

 

De verzoeken 5 tot en met 7, die erop gericht zijn de uitwisseling en de samenwerking tussen de politie en Securail te verbeteren, worden uiteraard volledig door onze vakbond gesteund.

 

Hetzelfde geldt voor verzoek nr. 8 betreffende lichaamscamera's, onder voorbehoud van de bovenvermelde opmerking betreffende de beperkte impact ervan op het veiligheidsgevoel van de agenten.

 

Verzoek nr. 9 betreffende bijkomende verplichtingen heeft uiteraard ook onze volledige steun.

 

Ik dank u bij voorbaat voor de tijd die u aan deze brief hebt besteed, in de hoop dat hij u van nut zal zijn en dat hij volledig tot uw beschikking blijft, en ik verzoek u, dames en heren, de leden van de Commissie Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen, onze beste wensen te aanvaarden.

Leden van de Commissie Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen
Betreffende: Verzoek om schriftelijk advies (DOC 55 2809/001)
In uw e-mail van 20 maart 2023 vroeg u mij om een schriftelijk advies over de ontwerpresolutie 2809
(de heer Tomas Roggeman, mevrouw Frieda Gijbels, de heer Wouter Raskin) voor een meer gerichte
aanpak van geweld en pesterijen op het spoor en in de spoorweginfrastructuur.
De vakbond die ik vertegenwoordig is vereerd door dit verzoek en dankt u voor uw vertrouwen.
Wij zijn op de hoogte van het werk dat is verricht en van het voorstel dat is gedaan.
Het verheugt ons dat veel van de problemen waarmee het personeel van Securail wordt
geconfronteerd, worden aangepakt en dat het op dit gebied een goede stap voorwaarts kan
betekenen.
Wij vinden echter dat één belangrijke kwestie - en naar onze mening een eerste vereiste voor elke
vooruitgang - niet voldoende aan bod is gekomen.
Dit is de noodzaak om het statuut van het Securail-personeel te verduidelijken.
Tijdens de vergadering van uw Commissie van 8 februari 2022 hadden de interventies van de heer
Laaouej betrekking op dit punt: wat wordt er van hen verwacht? Preventie? Interventie? Over welke
adequate middelen beschikken zij om binnen de grenzen van hun bevoegdheden in te grijpen en de
bescherming van hun integriteit te waarborgen?
Het huidige statuut van de agenten van Securail stelt hen gelijk met bewakingsagenten en private
veiligheidsagenten (gezien de toepassing van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private
en bijzondere veiligheid) en niet met agenten die belast zijn met preventie- en openbare
veiligheidstaken.
Dit statuut stemt echter niet overeen met de realiteit waarmee zij op het terrein worden
geconfronteerd.
Op het terrein zijn de opdrachten van deze agenten heel anders dan die van de bewakingsagenten. Ze
gaan gepaard met talrijke risico's en worden in de frontlinie vaak geconfronteerd met gevaarlijk en bedreigend gedrag dat hun fysieke integriteit kan aantasten. De ontwikkelingen in de ontwerpresolutie zijn hiervan voldoende bewijs.


Zij beschikken echter niet over de middelen om hun taken uit te voeren, of het nu gaat om het adequaat waarborgen van interventies van meer repressieve aard of om het garanderen van respect voor hun integriteit en veiligheid. Deze middelen moeten dus zowel de uitvoering van hun repressieve taken als het waarborgen van hun bescherming betreffen.


Deze middelen kunnen alleen op adequate wijze worden vastgesteld door hun statuut te verduidelijken en aan te passen.


Met andere woorden, de in de ontwerpresolutie genoemde verzoeken aan de federale regering zullen pas echt nuttig zijn als de rol en het statuut van deze agenten vooraf worden verduidelijkt.


Momenteel kan alleen worden vastgesteld dat de realiteit die deze agenten op het terrein ervaren, niet meer voldoet en niet meer kan worden gedekt door het beperkte kader van hun statuut.

 

Hun missie van repressie is dus onbetwistbaar en wordt mettertijd zelfs onmisbaar.

 

Het is dus van essentieel belang dat zij over adequate verdedigingsmiddelen beschikken (zoals bijvoorbeeld telescopische wapenstokken, die momenteel worden geweigerd vanwege het kader van de wet op de particuliere beveiliging van 2017). In dit verband is het gebruik van lichaamscamera's (punt 8 van de verzoeken) weliswaar interessant, met name om het verloop van bepaalde gebeurtenissen te bewijzen, en zal het wellicht een afschrikkende rol spelen, maar het zal de agenten op missie niet beschermen. Zij hebben echter een cruciale behoefte om zich veilig te voelen.

 

Het merendeel van de interventies betreft immers personen die beter "gewapend" zijn (de frequentie waarmee messen worden getoond is alarmerend) dan de agenten van Securail, die niettemin in de frontlinie moeten ingrijpen, vóór de komst van de politie (die meestal alleen op verzoek van de Securail-agent arriveert) en die niet over adequate verdedigingsmiddelen beschikken (zoals de "pepperspray", die helemaal niet doeltreffend is, nog minder gezien de omstandigheden waarin hij moet worden gebruikt).

 

Op het terrein lijkt het ons ook van essentieel belang dat de agenten door het publiek niet meer als particuliere veiligheidsagenten worden geïdentificeerd. Het dragen van de badge "Vigilis" bevestigt aan het publiek dat de agenten van Securail "slechts" bewakingsagenten zijn en geeft hen de bevestiging dat bij een interventie hun bevoegdheden beperkt zullen zijn (ook hier wordt de afschaffing van deze badge momenteel geweigerd wegens de uitvoering van de wet op de private veiligheid 2017).

 

Hoewel het dragen van deze badge een mindere overweging lijkt, is het geenszins in de praktijk van de agenten. Het is op dagelijkse basis dat zij een probleem hebben met dit vertoon omdat het de boodschap overbrengt dat Securail-functionarissen geen rechten of rechtshandhavingsbevoegdheden hebben.